De rijksoverheid, provincies en gemeenten zetten honderden monitoren in om systematisch en periodiek de voortgang van het beleid te kunnen volgen. Monitoring wordt doorgaans eenzijdig benaderd als een rationeel instrument, waarbij ‘meten is weten’ centraal staat. Een ‘thermometer’ benadering doet echter onvoldoende recht aan het veelzijdige karakter van monitoring in het openbaar bestuur en de complexiteit van het beleidsproces waarin het instrument is ingebed.